k. Kamers met een kruidennaam

Als je in een hotel, waar ook ter wereld, gaat logeren, is de kans groot dat je slaapt in een kamer met een nummer op de deur: nr. 45, nr. 213, … Toen ik in 1990 met boerderijvakantie startte, zocht ik een originele manier voor de identificatie van mijn kamers. Nummers leken me onpersoonlijk en pasten niet in de warme uitstraling van ons huis.

Hoe ben ik bij de kruidennamen terechtgekomen? Wilde bloemen en kruiden trekken al van jongs af aan mijn aandacht. Ik ben een natuurkind. Er is ook een verhaal aan verbonden.

Het begon allemaal 50 jaar geleden … Ik was nog geen 10 jaar. Mijn moeder haar vriendin en buurvrouw, Maria, kon prachtige kleren naaien en dito handwerkjes, o.a. in kruisjessteken. Mijn zus en ik bezochten haar regelmatig. Zij was onze redder in nood, als we in de knoei lagen met ons haakwerk. Handwerk was toen een van mijn hobby’s.
Maria kocht tijdschriften over allerlei soorten handwerk: haken, breien, naaien, … Ze toonde een keer 12 tekeningen van kruiden, in kruisjessteken. Voor elke maand van het jaar een andere tekening. Ik vond ze zo mooi! Ze gaf me het tijdschrift cadeau. Zorgvuldig heb ik het bewaard, en toen ik trouwde, verhuisde het mee naar ons stekje in Borgloon. En 5 jaar later kreeg het een plaats in mijn hobby-kast op ’t Wijngaardhof in Gutschoven.

Tijdens een opruimactie viel mijn oog op de 12 tekeningen met kruiden.
Dat was het! Ik hou van de natuur, en kruiden boeien mij. Ik zou de gastenkamers allemaal de naam van een kruid geven, i.p.v. een nummer. Ik liet mijn gevoel de vrije loop voor de kleur en de vorm. Ik koos er die plaatjes uit die voor mij het mooist oogden. Vanaf toen doopte ik de kamers met de ronkende namen van lavendel, tijm, valeriaan en salie. Een handige naaister toverde de kruidenplaatjes om tot 4 prachtige handwerkjes. Ik had ze graag zelf willen naaien, maar door tijdsgebrek lukte dat toen niet. Ze hangen nu in de inkomhal, en veel gasten – meestal vrouwen – bekijken de kleine kunstwerken met veel plezier en genot.

 

Herboriste Daniëlle en haar boek over de Lavendelstreek.

In juni 2017, tijdens de rozendagen op het kasteel van Hex ontmoette ik Marcel Verdickt. Hij hielp zijn vrouw Daniëlle Houbrechts, bij het opruimen van haar stand. Daniëlle is een gekende herboriste in Vlaanderen, Nederland en Frankrijk.

Marcel was in 1977 en 1978 mijn leraar Nederlands. Wat ik mij herinner is dat hij streng maar rechtvaardig was. En dat is hij nog altijd! Hij stuurde vaker mijn klasgenoten, en mezelf, naar voren in de klas … om te improviseren. Zomaar iets vertellen … en dat voor zo’n select publiek. In die tijd was ik als de dood voor zulke spreekoefeningen. Bloed, zweet en tranen hebben ze me gekost. Wat Marcel niet wist – of net wel wist – … was dat hij daar de kiem legde van een levenshouding die ieder van ons ten goede zou komen. Ik noem er enkele op: over je angst om iets te doen heenstappen, je grenzen verleggen, inventief en creatief zijn, je zelfvertrouwen verhogen, … Laat dit nu net de houding zijn die je nodig hebt om tot zelfontplooiing te komen.
In mijn verhaal over ‘IJzer smeden/hobby’s en talenten’ sneed ik dit onderwerp al aan.
Ik ben Marcel nog altijd dankbaar voor die spreekoefeningen. Hij had de magische kracht om iets in mensen los te maken, om het beste in zijn leerlingen naar boven te halen. Een leerkracht die dat talent bezit, bewijst de maatschappij een grote dienst.

Ik zag dus Marcel in het kasteelpark te Hex, trok mijn franke schoenen aan en vertelde hem dat ik enkele verhalen over ’t Wijngaardhof en zijn gasten had geschreven. Ik: “Zou het een gek idee zijn om die te delen met anderen?” Hij: “Neen, dat vind ik geen gek idee. Gewoon doen!” Zijn overredingskracht – zoals ik die ken van hem – deed mijn innerlijke kind stante pede huppelen, en in diezelfde pas vervolgde ik mijn weg naar de fietsenparking. Opgewonden van geluk zette ik koers richting Gutschoven. Wauw … een nieuw hoofdstuk kondigde zich aan! Ik zou nu verhalen schrijven en die delen met anderen. De-dingen-die-ik-graag-doe-lijst groeide aan. En … taal heeft me altijd geboeid. Het Groene Boekje ligt al jaar en dag binnen handbereik. Ook flitste een citaat van Simon Sinek door mijn hoofd: “Droom groot. Begin klein. Maar vooral … begin!”

Marcel was zelfs bereid mijn teksten onder de loep te nemen. Met klamme handen gaf ik mijn eerste verhalenbundel uit handen. Voor zijn opbouwende kritiek had ik mij schrap gezet. Was nodig! De strenge, maar rechtvaardige leraar had gesproken. En hij sloeg nagels met koppen. En weet je … de lachsalvo’s vlogen in het rond. Ik kon lachen met mezelf. Af en toe mag dat. Het belangrijkste was … al doende leerde ik!

Ten huize Verdickt in Opheers ontstond een gezellig onderonsje: Daniëlle, Marcel en ik deden ons te goed aan een heerlijke kop gember-rozenbottelthee. Daniëlle vertelde over de beginfase van haar schrijfcarrière … hoe Marcel haar over de streep had getrokken. Want dát kan hij als geen ander! Ondertussen heeft ze een 20-tal boeken op haar palmares, waaronder eentje over lavendel. Of ruimer: ‘De Kruidige Provence, proeven-ontdekken-beleven’. Ik mocht een exemplaar inkijken. Mijn besluit stond vast. Dat boek hoort thuis in Kamer Lavendel!

Nieuwsgierig wat voor een bijzonder kruid lavendel wel is en wat je er allemaal mee kan doen? Kom naar ’t Wijngaardhof, plof neer in de tuinstoelen in het binnenhof en verdiep je in Daniëlle haar boek. Van één ding ben ik zeker: je zal die nacht goed slapen. Lavendel maakt je rustig.

Wil je ook een kruidenkenner worden … surf dan zeker eens door de site van Daniëlle: www.kruidjes.be

Die avond ben ik alleen in huis en lees ik dit verhaal nog een keer na. Op dat ogenblik klinkt op Radio1 – mijn favoriete radiozender – de warme en krachtige stem van de leadzanger van Buurman door de boxen. Het is de stem van Geert Verdickt. Ze charmeert me. Ja, je leest goed … Geert Verdickt. Hij is de zoon van Daniëlle en Marcel! Ik glimlach en voel me verbonden. Ook al omdat Geert en Tom Helsen pas een song uitbrachten, Niets is wat het lijkt, voor de Te Gek!?-campagne. Ik bewonder hun inzet. De campagne maakt psychische problemen bespreekbaar. In 2014 sprak ik al over deze campagne op mijn site: een van de manieren om met onze problemen om te gaan is erover praten. Dat is wat gasten ook doen op ’t Wijngaardhof… Praten!

Meer over mijn engagement vind je op mijn site, in de rubriek ‘Wellness van een andere orde’.

In december 2018 ontmoette ik toevallig onze vroegere buurman, Eric, in een winkel in Borgloon. Hij is de zoon van Maria. Het was jaren geleden dat we elkaar nog hadden gezien. Ik vertelde mijn verhaal over zijn moeder, en stuurde hem nadien enkele teksten. Na het lezen van zijn reactie wist ik weer even niet waar ik het had … Dit is wat hij schreef:

“Dag Maryse,

Wat zijn deze teksten zo puur, warm, charmant en doorspekt met nostalgie. Zoals ik jou ken, zo zijn ook jouw teksten. Fris, naturel en vol overgave en bezieling, met een flair van ‘good feelings’. Deze lyrische uiteenzetting van jeugdsentiment en liefde voor de natuur zijn jou echt op het lijf geschreven. Ik heb de teksten zelfs meerdere malen gelezen en steeds meer word ik meegezogen naar onze kindertijd en blijvende vriendschap voor elkaar. Telkens word ik wat melancholisch hoe sommige levensfases en gebeurtenissen een groene draad vormen, en zich blijven vastklampen in hoofd en hart.

Dit is een poëtisch project dat zijn belichaming heeft gekregen in wat je bent geworden en vooral hoe je bent gebleven. Als dan zo’n project zich kan settelen op een plaats zoals ’t Wijngaardhof, dan is de cirkel bijna rond. Dan kunnen al deze verhalen en verdere spinsel nog beter tot hun recht komen.

Maryse, deze teksten zijn de gedachten van een enthousiast levenswerk.

Nogmaals proficiat en welgemeend respect dat je ook onze mama hiervan hebt laten deel uitmaken. We houden contact en komen zeker met mama even langs.

Groetjes uit Sint-Truiden,

Eric”

Dank je Eric voor zoveel mooie woorden. Zonder jouw moeder kon dit verhaal niet tot stand komen. En ik ben gewoon mezelf …